Waarom een Newborncheck?
- info4592749
- 22 aug
- 3 minuten om te lezen
Osteopathie bij een pasgeborene

Je bent net bevallen en druk bezig met het vinden van een ritme.
De eerste dagen zijn vaak hectisch; kraamzorg, metingen, borstvoeding op gang laten komen of ’s nachts weer flesjes klaar maken.
Toch kloppen juíst veel ouders in deze drukke tijd aan bij de osteopaat.
Wat doet de kinderosteopaat
De osteopaat controleert en behandelt:
De heupjes, het bekken, het rugje, het nekje, de sleutelbeenderen en het schoudercomplex
Controle en mobilisatie van blokkades die leiden tot verminderde beweeglijkheid of voorkeurshoudingen
Wanneer het aankleden een gevecht is heb je duidelijkheid of er niks mis is met de gewrichtjes
De spierspanningen;
skeletmusculatuur, middenrif, nekmusculatuur (screening op oa torticollis, plexus brachialislaesie / Erbse parese)
normale, te hoge of te lage spanning
a-symmetrische spanning met onrust en/of voorkeurshouding tot gevolg
Het verteringssysteem:
positie en spanning van de nog opstartende verteringsorganen
bij darmkrampjes, reflux, eczeem, status na nierbekkenontsteking
Het hoofdje
Controle op afvlakking, a-symmetrie op het schedeltje
Kaakgewricht, aangezichtsmusculatuur (die tong, mond en kaak aanstuurt), nekmusculatuur en nekwerveltjes
bij drinkproblematiek, herhaaldelijke oorontsteking, voorkeurshouding
In de kraamweken
De osteopaat kan je kindje preventief of bij alreeds bestaande problemen helpen. Problemen die zich voor doen in de kraamweken zijn;
Niet (goed) kunnen drinken: de borstvoeding of flesvoeding verloopt niet soepel. Je kind komt niet goed bij in gewicht, valt af of de voedingen verlopen onrustig. Oorzaken hiervan kunnen een te kort lipbandje of tongriempje zijn, onvoldoende kracht in de aangezichtspieren om goed vacuum te kunnen zuigen of een voorkeurshoudings, waardoor jouw kindje niet goed richting de tepel kan draaien. Ook blokkades in de nek verhinderen de natuurlijk drinkbeweging die een baby moet maken.
De huilbaby: een klassieke benaming die anno 2025 niet meer op zijn plek is. De term huilbaby werd vroeger gebruikt als een feit. Het was nou eenmaal zo. Gelukkig kijkt de zorg vandaag de dag heel anders naar een huilbaby. Nu gaan we op zoek naar de oorzaak achter het huilen. De term wordt nu gebruikt om aan te duiden dat een kindje overduidelijk meer huilt dan normaal. We spreken hiervan wanneer een baby meer dan 3uur per dag & meer dan 3 dagen per week voor tenminste 3 weken achter elkaar huilt. Reflux, krampjes, voedingsintoleranties, een geblokkeerd werveltje en overprikkeling zijn een aantal mogelijke oorzaken die dit vele huilen veroorzaken.
Na de kraamweken:
De eerste twee weken verlopen vaak vlekkeloos. Je kindje is nog moe van de bevalling en zijn/haar dag bestaat uit eten en slapen.
Na twee weken heeft een baby al meer energie om zichzelf korte tijd wakker te houden. Nu de kleine wat bijgekomen is van de bevalling begint zich voorzichtig zijn/haar ritme te tonen. Dit is het moment dat hinderlijke pijntjes niet meer door de slaap overmeestert worden en je kind ander gedrag laat zien.
Reflux: terugstroom van het maagzuur, wat irritatie kan geven tijdens en na het drinken. Vaak te herkennen aan het teruggeven van zure voeding, een zure adem en overstrekken.
Krampjes: krampjes horen erbij en kennen een piek tussen week 6 en 8 na de geboorte. Sommige kindjes hebben al heel snel veel last van krampjes, windjes of obstipatie. Dit kan het voedings- en slaappatroon erg verstoren en heeft vaak een andere oorzaak dan ‘de gewone’ ontwikkeling.
Voorkeurshouding: wanneer je kindje voornamelijk één en dezelfde kant op kijkt of slechts één kant van zijn lichaam actief inzet bij bewegingen. Een voorkeurshouding kan leidden tot afplatting van het hoofdje of een moeizamere (symmetrische) motorische ontwikkeling.
Onrust tijdens of na het drinken: Frequent komen voor kleine beetjes voeding, wel hongersignalen hebben maar de borst of fles weigeren, onvoldoende aankomen ondanks meerdere voedingen. Verscheidene oorzaken kunnen leiden tot een verstoord drinkpatroon: reflux, krampjes, een blokkade in de nek, spanning, oververmoeidheid, overprikkeld zijn, een lipbandje of tongriempje dat te kort is om een goed vacuüm te maken tijdens het drinken. (Dit herken je vaak aan een klakkend geluid of veelvuldig loslaten en opnieuw aanhappen.) De osteopaat kijkt met je mee naar de voeding
Moeite met slapen: kindjes die niet weggelegd kunnen worden, babies die geen dutjes willen (lees: kunnen) doen. Het slaap-waak-ritme moet na de geboorte nog op gang komen. Soms worden deze processen gehinderd door lichamelijke klachten of een zeer actief stresssysteem. Slaaptraining is voor 5 maanden nog niet aangewezen, want er is geen slaap-waak-ritme om aan te spreken. Osteopathie kijkt naar de onderliggende oorzaak van het slaapprobleem en behandelt deze. Daarbij krijgen ouders passende adviezen om hun kind de rust en geborgenheid te geven die nodig zijn voor het slapen.
Opmerkingen